Aandacht voor hoogbegaafde kinderen: daarvoor werd Choochem, christelijke vereniging voor hoogbegaafdheid, opgericht. Nu, 25 jaar later, is de situatie volgens voorzitter Bart van Toor beter. „Mijn kinderen krijgen individuele aandacht, die heb ik zelf gemist.”
Voor hemzelf kwam het als een donderslag bij heldere hemel toen een coach Bart van Toor (37) in 2015 vertelde dat hij weleens hoogbegaafd zou kunnen zijn.
“Ik snapte er in eerste instantie niets van. Tegelijk ging er een schok door mijn lijf: misschien is dit wel waar.”
Een IQ-test wees uit dat Van Toor inderdaad hoogbegaafd is, een label dat geldt voor mensen die en IQ van 130 of hoger hebben.
“Ik had de neiging me altijd aan te passen. Gesprekken over koetjes en kalfjes vind ik niet per se interessant, maar ik praatte toch mee, omdat dat van mij verwacht werd. Uiteindelijk vreet het je van binnen op als je continu bezig bent met wat anderen vinden.”
Dat betekent niet dat Van Toor nu een onaangepaste collega is, haast hij zich te zeggen. „Ik ben nog steeds geïnteresseerd in de ander. Maar ik durf na een paar minuutjes praten over koetjes en kalfjes er wel voor te kiezen om weer aan het werk te gaan.”
Ook op andere vlakken vergde zijn hoogbegaafdheid aanpassing, vertelt de inwoner van Bennekom. „Ik stel hoge eisen aan mezelf en aan anderen. Maar daarbij moet ik oppassen.”
Als christelijke vereniging hebben wij aandacht gevraagd voor het thema hoogbegaafdheid in de kerk. Een hoogbegaafde is vaak een lastig kerklid, haha. Hij stelt moeilijke vragen. Bijvoorbeeld als hij ziet dat een dominee niet consistent is in zijn uitspraken.”
Lees verder in het artikel in het Reformatorisch Dagblad, dat 26 januari 2024 in de krant stond, naar aanleiding van het 25 jarig jubileum van Choochem.