Kennisbank

‘Bottom-up kerk’: Zijn waar twintigers zijn

Titel: ‘Bottom-up kerk’: zijn waar twintigers zijn

Auteur: Tabitha van Krimpen

Uitgever: Kok boekencentrum Uitgevers Utrecht, 192 blz.

ISBN: 9789043539289

Prijs: €20,-

Meer info en gesigneerd exemplaar bestellen: www.bottomupkerk.nl

 

Samenvatting
De auteur van dit boek was tevens ‘Jonge Theoloog des Vaderlands 2022’. Ze heeft dit boek geschreven uit liefde voor de kerk en voor de lezer een uitnodiging om anders naar de kerk te kijken. Naast theologie heeft ze ook bedrijfskunde gestudeerd, met de basis van deze twee studies schets ze haar perspectief en blik op de kerk, zijn daar waar twintigers zijn. Dit boek is speciaal voor hen die de vraagstukken van deze tijd niet uit de weg gaan, die gezamenlijk willen kijken hoe het ook anders kan en die de krachten willen bundelen van de generaties, van de kennis die er is, van de geschiedenis van de kerk en vooral van de liefde vóór de kerk. Geloof dat het anders kan, hoop dat er visie ontstaat en liefde voor God en mensen komen samen in dit boek, mét de overtuiging dat het anders moet.

Het boek
Voor het denken van Van Krimpen is wat zij noemt ‘Bottom-up theologie’ belangrijk. Daarbij wordt uitgegaan van het gegeven dat God bestaat, hiernaar handelt in het nu en kijkt hoe dit in de geschiedenis is geweest. De theologie zoekt naar sporen, naar uitleggingen, naar daar waar God zich laat zien en waar alles bestaat ziekte, verdriet, pijn, verdrukking, blijdschap, liefde en vrede.

De bedrijfskunde maakte haar opmars tijdens de industrialisatie in de negentiende eeuw en is dus nog een jonge discipline in vergelijking met de theologie. Het gaat over vragen m.b.t. menselijk gedrag, organisatiesystemen, leiderschap motivatie en structuren. Wat motiveert en activeert mensen? Wat beoogt de organisatie? Wat draagt bij en wat doet afbreuk aan..?

Beide zijn in feite systemen, met netwerken, met eigen belangen, in afhankelijkheid van individuen en beïnvloeding van binnenuit en van buiten. Er kan dus veel geleerd worden vanuit deze twee verschillende perspectieven, men kan elkaar versterken, aanvullen én een spiegel voorhouden.

Het Bijbelse beeld van het lichaam van Christus helpt om zaken vanuit een ander perspectief te bekijken. We hebben alle delen van ons lichaam nodig, lijdt er één lid, dan lijden alle leden. Niet alleen de sterke delen, maar juist de delen die het zwakst lijken, zijn noodzakelijk. Wanneer je dit bekijkt vanuit bijbels perspectief zie je dit ook vaak gebeuren: de kleine wordt groot, de zwakke wordt sterk, de blinde wordt weer ziende, de rijke wordt arm, de laatste wordt de eerste. Jezus breekt dwars door alle muren heen (sociaal, wetten en regels, normen, enz.). Hij probeert het HART van mensen te zien en oprecht te luisteren. Dat is niet gemakkelijk, Hoe ben je echt dienstbaar en zie je de Ander (filosoof Emmanuel Levinas)?. Hoe luister je zó, dat je de ander opneemt in jouw bestaan (Henri Nouwen)? Het verstaan van de ander kan mede, doordat je goed weet waar je zelf staat en van daaruit de verbinding en verdieping met de ander zoekt.

Het gesprek (Van Ekris) aangaan met anders denkenden, praten, een open houding, nieuwsgierig zijn, je laten triggeren, je weer tot nadenken zetten, maar ook leren van de ander, hoe kom je als kerkelijke gemeente over? Waarom zou iemand van buitenaf naar jouw kerk/ gemeente komen? Wat kan men daar vinden?

‘Bottom-up’ is een term vanuit het management, de bedrijfskunde. De visie van de Bottom-up kerk is dat alle beslissingen die genomen worden van onderaf komen. Dit zou in de praktijk betekenen dat twintigers eveneens de bevoegdheid hebben om beslissingen in de kerk te nemen. Het is een flexibele organisatie, waarbij geen toestemming van bovenaf nodig is en er is ruimte om te experimenteren. Hierin zie je het systeemdenken terug, dat ten grondslag ligt aan de Bottom-up kerk. Hierbij staat wederzijds vertrouwen, ruimte en vrijheid centraal. ‘Wat heb jij nodig om in de kerk een goede inbedding voor je geloof te vinden?’

De kerk zou gebruik kunnen maken van waar generaties vandaan komen en welke generaties er nu zijn, hoe zij zich verhouden tot de samenleving en tot het leven. Dat het oude en het nieuwe botsen met elkaar is logisch, maar hoe kun je van beide het beste naar boven halen? Het oude houdt van trouw, loyaliteit, stabiliteit, terwijl het nieuwe houdt van flexibiliteit en aanpassing. Hoe zorg je ervoor dat de nieuwe orde die zich in de samenleving ontwikkeld zich ook in de kerk kan vormen op een krachtige en positieve manier? (Transitiekunde, Jan Rotmans).

Voor twintigers bestaat een goed leven uit: gelijkwaardigheid, tolerantie, inclusiviteit, persoonlijke ontwikkeling en het helpen van anderen. Ze zijn idealistisch, spreken zich uit. Hier tegenover staat onrecht, discriminatie, hebzucht en matrialisme. Zijn vooral bezig met de vraag: Hoe? En minder met de vraag: Waarom? Een twintiger is vaker op zoek naar een ervaring of een beleving die hun leven verrijkt en daarbij is de social media niet meer weg te denken uit deze generatie. Hun digitale identiteit is erg belangrijk. Aan de andere kant is de druk groot op deze generatie en maken ze zich zorgen en hebben te kampen met mentale gezondheidsproblemen. Hierin kan de kerk bijdragen door een luisterend oor te zijn, een plek waar mentale gezondheid bespreekbaar is, waar je ontdekt dat we allemaal littekens hebben en gebrokenheid meedragen en dat er mensen zijn die samen met je op willen lopen in het spoor van Hem die ons voor is gegaan. Twintigers zijn op zoek naar voorbeeldfiguren, die hun opgedane wijsheid met hen delen en verbinding met hen aangaan (bijvoorbeeld het bezoeken van een professor van 80jr die zijn kennis deelt met twintigers). Naar een duidelijke visie wat hen houvast en richting geeft en waarin zij gedrevenheid bij andere mensen zien.

Twintigers zoeken een community, daar waar je deel uit maakt van een gemeenschap, kwetsbaarheden deelt, waar je authentiek kunt zijn en waar de predikant letterlijk voor-gaat, die kennis van de Bijbel heeft, interactief preekt en vanuit professie verder helpt met vragen die onder twintigers leven. Twintigers waarderen een kerk die inclusiviteit voorleeft, waar je je echt welkom en gezien voelt en die liefst niet te groot is en waar zij zelf een actieve rol in kunnen spelen. Waar niet alleen vanuit de ratio dingen benaderd worden, maar waar hart, hoofd, handen en ziel zich met elkaar verbinden. De nieuwe tijd vraagt om een ander type organisatie, niet verticaal, maar horizontaal, niet hiërarchisch maar organisch, niet log maar wendbaar. Om deze inzichten toe te passen en hiermee te experimenteren, zijn er diverse initiatieven in het land en lukt het de één beter dan de ander. Echter voor een echte transformatie is volgens de auteur een wijziging van de organisatiestructuur van de dienstenorganisatie van de PKN onvermijdelijk.

Conclusie
Dit boek is geschreven door een twintiger, de ‘Jonge Theoloog des Vaderlands 2022’, uit liefde voor de kerk. Haar inspirerende ideeën voor de Bottom-up kerk heeft ze wetenschappelijk onderbouwd vanuit de perspectieven vanuit de theologie en de bedrijfskunde. Een Bottom-up kerk waar het systemische denken aan ten grondslag ligt, waar oprecht geluisterd wordt naar elkaar, waar twintigers het mede voor het zeggen hebben. Een transformatie is nodig, maar altijd in het licht van Hem die ten grondslag ligt aan de gemeenschap, de gemeente, de kerk en ieder individu. De auteur roept op: Zoek en verbind elkaar in dat voorbeeld met hart, hoofd, handen en ziel, want de grens tussen binnen en buiten de gemeente is dun en we hebben elkaar hard nodig in deze tijd. “Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp” geldt voor ons allemaal. De Bottom-up kerk: Een ideaal waar vast velen een idee over hebben. Dit is wat de auteur ook graag zou willen horen. Mail haar daarover op info@tabithavankrimpen.nl

Ik sluit af met een gedicht van Rikkert Zuiderveld dat weergegeven staat in het boek:

‘Schuif aan’

Schuif aan mijn vriend. Dit is waar mensen schuilen,
Waar wordt gevierd, gezonden, overdracht,
Gevreesd, geproefd, waar brood wordt rondgebracht
En waar ik met je lachen wil of huilen.

Dit lichaam, dat gebroken is en lijdt,
Dat dorst en hongert naar gerechtigheid

 

Doortje Wüllschleger

Bestuurslid Choochem