Kennisbank

Creativiteit als uitdaging in sociaal werk

Titel: Creativiteit als uitdaging in sociaal werk, de waarde van anders

Auteur: Paul Beekers, Ruud kroes & Jan van Rosmalen

Uitgever: Uitgever Coutinho

ISBN: 9789046905579

 

Samenvatting

Dit boek is een aanrader voor individuen met de kenmerken van hoogbegaafdheid en die werken in het maatschappelijke veld. Het boek is gericht op creativiteit in het sociale werk, Voor mensen die zich herkennen als hoogbegaafd kan dit echt een boek zijn wat uitnodigt om op een andere manier naar werk te kijken. Voor een student kan het je voorbereiden om het creatieve mee te nemen in je vak. Niet opgeven, wanneer andere mensen geen mogelijkheden meer zien, maar op zoek blijven naar creatieve oplossingen. Het onzeker-weten mogen beoefenen als professional, wat inhoudt om met cliënten te co-creëren. Je dus oprecht inleven in de behoefte van de ander. Een heel mooi uitgangspunt!

Het boek

Het boek bestaat uit twee delen.

Het eerste deel genaamd: ‘Individuele creativiteit’, legt de nadruk op de creativiteit van de sociaal werker als individu (uitvinder). Het behandelt kennis, inzichten en tools die sociaal werkers kunnen inzetten voor creatieve processen in hun werk.

Het ‘menselijk’ materiaal waar de sociaal werker mee werkt, heeft een eigen wil en belevingswereld. De professional kan wel handelen ten aanzien van een individu, maar hij kan geen waarden maken voor die ander. De cliënt bepaald uiteindelijk waar hij/zij waarde aan hecht. Dit maakt het beroep van de sociaal werker ook zo complex.

Het onderwerp creativiteit bestaat over het algemeen uit vier te onderscheiden aspecten: ‘product’, ‘proces’, ‘persoon’ en ‘context’ (PPPC). Je kunt bijvoorbeeld denken aan ontwikkelingen en uitvindingen op het gebied van duurzame energie, klimaat, enz. Op het gebied van welzijn verschuift de verantwoordelijkheid van de overheid meer naar gemeenten en stakeholders/ samenwerkingsverbanden om met elkaar tot de juiste aanpak/ zorg te komen. Vervolgens bestaat een creatief proces uit meerdere fases om tot een idee te komen en te realiseren. Dit wordt helder beschreven in het boek als ‘van vonk naar vorm’

Het divergent denken (zoekt het nieuwe) komt juist in het creatieve proces naar voren, iets wat voor (hoog)begaafden belangrijk is, hier komt hun creatieve denkvermogen tot uiting. Je kunt denken in kansen en mogelijkheden, in alternatieve oplossingen en perspectieven, wat een waardevolle toevoeging in dit boek is, dat het convergente denken (selecteert het waardevolle) je weer helpt naar een punt te gaan, om vervolgens je ideeën ook te kunnen realiseren. Het is een kunst en kunde om af te kunnen wisselen tussen beide. Daarnaast is het ook leuk om anders te leren kijken naar een vraag en dit komt veelvuldig aan de orde in dit boek. Bij de vraag: ‘Wat is de helft van 8?’ kun je dit op diverse manieren bekijk. Lukt het jou verschillende manieren hiervan te bedenken?

De zogenoemde taakmotivatie uit het drieringsmodel van Renzulli komt ook in dit boek aan bod. Dit zijn dus 2 zeer belangrijke aspecten van individuen met de kenmerken van hoogbegaafdheid. Lukt het je om je fixed mindset om te zetten naar een groeimindset? Denk in plaats van ‘falen’- ‘leren’, gebruik meer het woord nog….’het lukt nog niet’, vergelijk jezelf niet met anderen, maar leer wel van hun fouten. Zomaar wat rake voorbeelden!

Het tweede deel benoemen de auteurs als: ‘Co-creatie’. In dit deel gaat het over de veranderende samenleving, ontwikkelingen en overheidsbeleid en hoe je daarin creatief kun handelen. De focus zal verschuiven naar creatief, in dialoog en co-creatie met alle stakeholders en met elkaar zoeken naar nieuwe adequate antwoorden. De cliënt heeft veel meer de regie, maar dit betekent niet u vraagt wij draaien. Dit betekent veel meer wat is de vraag achter de vraag. Wat mensen zeggen te willen is niet altijd waar ze ook echt behoefte aan hebben. Waar ligt de echte behoefte? Het echt leren luisteren naar de cliënt, doorvragen en deze informatie gebruiken om een plan op te stellen is een belangrijk onderdeel van het sociaal werk. Daarnaast is het niet direct nodig een heel plan te hebben, maar kun je ook op basis van wat je weet gaan handelen (emergent ontwerpen), gebruik de signalen en informatie die de cliënt je geeft, wees aanwezig in het hier en nu, stem echt af op de ander. Probeer dit vragend, luisterend, betrokken, waarnemend, handelend en reflecterend te doen. Co-creatie zorgt voor kwalitatieve verbetering van de zorg, doordat de behoefte en beleving centraal staat, je kunt direct testen of iets werkt, het is een combinatie van hart, hoofd en handen, Daarbij zorgt gezamenlijk ontwerp voor draagvlak in het team.

Naast dit boek bestaat er een website met online studiemateriaal (www.coutinho.nl/creativiteit) , waar je nog extra verdieping over de thema’s kunt vinden. Dit is ingedeeld per hoofdstuk.

Conclusie

Creativiteit is leren kijken vanuit verwondering, laat zoveel mogelijk los! Een leuk en interessant boek voor individuen met de kenmerken van (hoog)begaafdheid, zelfs al ben je niet werkzaam als sociaal werker. Het levert een mooie bijdrage op het gebied van zorg en welzijn in onze complexe samenleving en helemaal mooi wanneer anderen hierdoor weer met nieuwe ideeën gaan komen. Misschien is het belangrijkste van co-creatie wel dat het belangrijk is je eigen referentiekader los te laten en oprecht je in te leven in de ander, zodat je als sociaal werker oog hebt voor de ander en de verbinding maakt naar de ander om van betekenis te kunnen zijn.  De website die erbij hoort geeft extra verdieping, al werken niet alle linkjes. In het boek staan heel veel quotes en oneliners, die ook leuk zijn om eens te vermelden op het werk of ergens anders.

Ik eindig met een anekdote uit het boek en voor (hoog)begaafden vast herkenbaar in het kader van ‘out-of-the-box-denken’ (of creëren van een nieuwe waardevolle box, zoals de auteurs het beschrijven). Je zoekt naar het juiste probleem dan wel het vinden van een nieuwe, originele oplossing.

‘Oma zit te breien en kleine Marietje hindert haar door met de bol wol te spelen. Pa wil het kind in de box zetten, maar moeder beweert dat het veel handiger is om oma daarin te doen’ (De Bono, 1982)

Doortje Wüllschleger

Bestuurslid Choochem