Kennisbank

Omgaan met automatiseren.

Veel hoogbegaafde kinderen hebben een probleem met automatiseren, bijvoorbeeld bij het leren van de tafels of de spelling van woorden. Waar komt dit vandaan? Dit komt doordat de cortex van hoogbegaafden een andere ontwikkeling doormaakt dan die van niet-hoogbegaafden. Het curriculum op scholen is echter afgestemd op de normale hersenontwikkeling.

Vanaf groep 3, op zesjarige leeftijd, is de wijze van functioneren van de cortex van belang voor het automatiseren van aangeboden informatie. Gemiddeld begaafden kunnen vanaf deze leeftijd met automatiseren aan de slag. Bij hoogbegaafden is het raadzaam om automatiseren pas jaren later te gaan doen. Omdat de cortex zich anders dan normaal ontwikkelt, wordt informatie niet geautomatiseerd maar op andere wijze verwerkt en opgeslagen in de hersenen. Het hoogbegaafde kind zal de tafels en spellingsregels wel toepassen maar niet automatiseren. Alles wat afwijkt van de regel, bijvoorbeeld bij spelling, kan dan tot grote frustratie en irritatie leiden.

Hoogbegaafde kinderen hebben al vanaf zeer jong een bewust denkniveau. Dat kun je al observeren bij een baby in de wieg. Een gemiddelde baby die een speeltje wil pakken blijft eindeloos met zijn armpjes in die richting maaien tot hij het toevallig een keer te pakken heeft. Ook het aanleren van andere vaardigheden gaat bij deze kinderen via een proces van ‘trial and error’, waarbij ze en passant een goed gevoel krijgen van hun lichaam. De hoogbegaafde baby heeft al na een paar pogingen door dat het zo niet lukt om het speeltje te pakken en gaat daar over nadenken en het speeltje pas pakken als het probleem is opgelost.

Hoogbegaafde kinderen zullen dus meestal de taak eerst analyseren en het daarna al in één of twee keer goed doen. Bij de meeste taken werkt dit heel goed en is deze strategie succesvol. Alleen ligt het lastiger bij het aanleren van motorische vaardigheden en bij het automatiseren van kennis. De essentie ligt hier namelijk in het voortdurend herhalen van de acties, waardoor de vaardigheid in de hersenen wordt ingebed. Bewust nadenkwerk geeft hier niet dezelfde resultaten. Daarom zijn deze kinderen soms bang om te fietsen, willen ze niet naar zwemles, een muziekinstrument bespelen of hun veters strikken. De faalervaringen die ze bewust meekrijgen tijdens het oefenen geven hen enorm veel stress én de overtuiging dat het ze nooit zal lukken. Ze kunnen immers geen strategie bedenken waardoor het in één keer goed gaat, zoals ze bij andere vaardigheden gewend zijn.

Bij het automatiseren van tafels komt hier nog bij dat deze kinderen vaak snel genoeg kunnen rekenen om het gebrek aan automatisering te maskeren. Ze kunnen snel genoeg optellen om het antwoord op tijd te geven, zodat niet opvalt dat ze de tafels niet kennen. Vaak kunnen ze dit wel een paar jaar volhouden, totdat de sommen zo ingewikkeld worden of er zoveel vaardigheden gecombineerd moeten worden dat ze alsnog vastlopen. Alleen wordt er dan op school al lang en breed verwacht dat ze de tafels kennen en wordt er geen aandacht meer besteed aan het aanleren van deze vaardigheid.

Tips
Om hoogbegaafde kinderen te leren automatiseren is het belangrijk om het bewuste denkproces te belemmeren, bijvoorbeeld door tijdens het automatiseren bewegingsoefeningen te doen, zoals een balletje omhoog gooien, touwtje springen of tekenen. Zo komt er ruimte voor het automatische proces; er mag geen mogelijkheid zijn om de sommen bewust uit te rekenen. Het helpt daarom ook de nadruk te leggen op de snelheid van antwoorden. Door hierbij (computer)spelletjes in te zetten kan de weerstand tegen het vele herhalen verminderd worden.

 

Marianne van Gelder

universitair specialist in gifted education (ECHA)

adviseur en intermediair onderwijs-welzijn-zorg
voormalig mede-oprichter expertisecentrum hoogbegaafdheid deDNKRS

afkomstig uit haar boek: hoogbeGAAFd LEVEN

 

Bronnen
Betts, G.T. & Neihart, M., 1988: Profiles of the giftend and talented, Gifted Child Quarterly, 32 (2), p. 248-p. 253.
Betts, G.T. & Neihart, M., 2010: Revised profiles of the gifted and talented, Betts & Neihart 2010.
Heller, K.A., 1999: Individual (learning and motivational) needs versus instructional conditions of gifted education. High Ability Studies, 10, 9-21.
Infodilima, 2015: De werking van onze hersenen, http://www.infodilima.nl/index.php/jaggyblog/de-werking-van-onze-hersenen. Geraadpleegd: 19 november 2015.
Irvine, J., Stewart, J., 2001: Thriving at school. A practical guide to help your child enjoy the crucial school years. 2nd edition. Finch Publishing.
Kingore, B., 2004: High Achiever, Creative Learner in: Understanding Our Gifted.
Naglieri, J.A. & Kaufman, J.C., 2001: Understanding intelligence, giftedness and creativity using pass theory. Roeper Review, 23, 151-156.
Sternberg, R.J. & Davidson, J.E. (Ed.), 2005: Conceptions of Giftedness. New York: Cambridge University Press.