Scholen laten nog kansen liggen om (hoog)begaafde leerlingen optimaal te ondersteunen (Onderwijsinspectie, 2018; 2019). De onderwijsinspectie (2018) constateerde dat bijna alle scholen onderwijs van voldoende kwaliteit bieden, maar dat desondanks leerlingen met meer dan gemiddelde cognitieve mogelijkheden niet de uitdaging krijgen die ze nodig hebben.
Wanneer de leeromgeving niet optimaal aansluit bij de onderwijsbehoeften van (hoog)begaafde leerlingen, lopen deze leerlingen een groter risico op ongunstige sociaal-emotionele of schoolse uitkomsten (Rinn, 2018; Neihard & Yeo, 2018).
(Hoog)begaafde leerlingen lopen dan bijvoorbeeld meer risico op een lager welbevinden, eenzaamheid en onderpresteren (Mooij et al., 2007) of kunnen zelfs te maken krijgen met depressie of schooluitval (Betts & Neihart, 2010; Rimm, 2002; Vialle, Heaven & Ciarrochi, 2007).
Om het veld te stimuleren een dekkend onderwijs- en ondersteuningsaanbod in te richten is er in januari 2019 de subsidieregeling ‘Begaafde leerlingen primair en voortgezet onderwijs’ opengesteld:
“Voor subsidie komen projecten in aanmerking die gericht zijn op ondersteuning voor leerlingen met kenmerken van begaafdheid die niet voldoende profiteren van het bestaande onderwijsaanbod en waarvan de ondersteuning niet onder de basisondersteuningsvoorzieningen valt waarin alle scholen onder een samenwerkingsverband moeten kunnen voorzien. Het kan gaan om het opzetten van nieuwe activiteiten en het aantrekken of ontwikkelen van expertise, maar ook om het uitbouwen van bestaande arrangementen of voorzieningen”
(Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2018, p. 8).
De doelen van de subsidieregeling zijn als volgt:
1. het vergroten en verspreiden van kennis over begaafdheid binnen de school en het samenwerkingsverband;
2. het inrichten dan wel uitbreiden van een passend aanbod voor begaafde leerlingen binnen de school en het samenwerkingsverband;
3. het versterken van de samenwerking tussen basis- en voortgezet onderwijsscholen, samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs, en/of tussen onderwijs en zorg binnen de regio’s.
In de monitor staan 5 onderzoeksvragen centraal.
Bij de eerste meting lag de focus bij het in beeld brengen van de beoogde plannen (onderzoeksvraag 1).
Dit keer hebben we bij meer aandacht besteed aan de realisatie van de plannen (onderzoeksvraag 2) vanuit het perspectief van zowel samenwerkingsverbanden als scholen.
Onderzoeksvraag 3 over de opbrengsten op de subsidiedoelen en onderzoeksvraag 5 komen elk meting terug.
Bij toekomstige metingen zal er ook aandacht worden besteed aan de borging van de subsidieactiviteiten (onderzoeksvraag 4).
Lees hier de Tweede tussenrapportage monitor (hoog)begaafden in het primair en voortgezet onderwijs (meting 2020-2021)