Titel: Succesvol begeleiden van hoogbegaafde kinderen en jongeren.
Auteurs: Carl D’Hondt & Hilde van Rossen.
Uitgever: garant uitgevers N.V.
ISBN 9789044135930.
Van Belgische bodem verschijnt er de laatste tijd van alles aan interessants op het gebied van hoogbegaafdheid. Tessa Kieboom timmert weer aan de weg met een nieuw boek over het begeleiden van met name volwassene hoogbegaafden bij het overwinnen van hun ‘embodio’s’ (‘Meer dan intelligent’). Nu heeft orthopedagoog en voorzitter van Bekina, Carl D’hondt weer een prima boek geschreven dat ingaat op opvoedingsvraagstukken bij hoogbegaafde kinderen. Dit boek gaat de diepgang in en is vooral bedoeld voor ouders die al weten wat hoogbegaafdheid inhoudt.
Het boek gaat allereerst in op een aantal mythes die leven over hoe hoogbegaafde kinderen zijn en hoe met hen om te gaan. Eén daarvan is bijvoorbeeld de noodzaak van het label ‘hoogbegaafdheid’ waarbij de schrijver pleit voor een behoedzaam gebruik van dit label, aangezien de kans aanwezig is dat een kind hierdoor de onjuiste opvatting krijgt dat hoogbegaafdheid een garantie is op succes of dat de lat hierdoor voor zichzelf wel heel hoog wordt gelegd. Een andere misvatting die aan de orde komt, is dat hoogbegaafden constant worden overspoeld door prikkels vanwege hun hoogsensitiviteit en daardoor altijd oververmoeid zijn. Veel meer moet deze intensiteit worden beschouwd als het hebben van een vlug tempo in het verwerken van kennis en gevoelens en het analyseren daarvan.
Een ander waardevol deel in het boek legt de balanstheorie uit. Hoogbegaafde kinderen en volwassenen ervaren vaak grote tegenstrijdigheden in zichzelf en het is belangrijk een gepast evenwicht tussen deze eigenschappen te bereiken, zodat zij zich goed kunnen ontwikkelen en hun talenten efficiënt kunnen inzetten. Denk hierbij aan een evenwicht tussen introversie en extraversie, tussen inspanning en ontspanning, tussen speelsheid en ernst. Ook in het onderwijs is dit evenwicht van belang. Denk aan een balans tussen zelfontdekkend en klassikaal leren, tussen instructie en inoefenen. De laatste twee delen gaan over vraagstukken die op school en thuis spelen bij de opvoeding en begeleiding van hoogbegaafde kinderen. De schrijvers kiezen daarbij voor een nuchtere en evenwichtige aanpak, één waarin het kind ook echt kind mag zijn. ‘Hoogbegaafden zijn geen volwassenen in zakformaat’. Dat betekent dat zij zich niet druk hoeven te maken over zaken die hen niet aangaan, hoe sensitief ze ook zijn. In het boek wordt dan ook stil gestaan bij de plaats die het kind inneemt in het gezin en het vermijden van zowel een autoritaire als een permissieve opvoedingsstijl. Een mooi ‘toetje’ op dit alles is een aantal bijlages waarin specifiek op onderwerpen als zelfspraak, beloning en straf en uitstelgedrag wordt ingegaan.
Zoals we van de schrijver gewend zijn, is het boek ingedeeld in talloze tussenkopjes en paragrafen, wat ik zelf niet zo prettig vindt lezen. Het geeft me het gevoel dat elk onderwerp kort wordt aangestipt. Mijns inziens mag een boek ook ‘mooi’ geschreven zijn en door datgene wat je wilt vertellen steeds in rijtjes te structureren, komt het boek meer over als een soort encyclopedie. Maar dat is dan ook het enige kritiekpuntje … Verder alle lof!
Door Willemien Schollaart-Vogel. Willemien is orthopedagoge en heeft haar eigen adviesbureau Dotado. Dotado test volwassenen en kinderen op hoogbegaafdheid.