Titel: Zie je me wel? Motiveren van hoogbegaafde leerlingen in het VWO.
Auteur: Inemiek van Mameren- Schoehuizen& Miriam Groensmit.
Uitgever: Uitgeverij Acco Leuven.
ISBN 9789033480829.
Dit boek biedt handvatten voor de begeleiding van hoogbegaafde leerlingen in het voortgezet onderwijs. En dat is welkom, want er zijn maar weinig boeken of artikelen geschreven over dit onderwerp. Helaas is het afhaken van hoogbegaafde leerlingen op de middelbare school echter geen onbekend verschijnsel.
Allereerst beschrijven de auteurs de oorzaken van onderpresteren, waarbij zaken worden genoemd als gebrek aan uitdaging, onvoldoende gericht zijn op schools presteren, gebrek aan studievaardigheden en het aanwezig zijn van sociaal emotionele problematiek. Ook wordt er een hoofdstuk gewijd aan de selectie van leerlingen die in aanmerking komen voor een extra uitdaging. Het grootste gedeelte van het boek is echter toch vooral praktisch van aard en beschrijft drie vormen van aanpak: verbreding, Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) en Toekomstgericht Ontwikkelings Plan (TOP).
Kenmerkend voor het verbredingsproject is dat leerlingen die gemotiveerd zijn en meer aan kunnen de gelegenheid krijgen om onder schooltijd zelfstandig aan een eigen onderwerp te werken. Hierbij leren zij doelen stellen, prioriteiten bepalen, met fouten omgaan en problemen oplossen. Het gaat hier duidelijk om leerlingen die graag meer willen. Onder goede begeleiding kunnen zij tot mooie prestaties komen.
Leerlingen die meedoen met het POP-project zijn leerlingen die juist niet gemotiveerd zijn en binnen de onderbouw onderpresteren. Vaak vinden deze leerlingen wel veel uitdaging in bijzondere interesses buiten school, zoals filosofie of het maken van spellen. Het uitgangspunt bij de begeleiding van deze leerlingen is het persoonlijk contact en het geven van ruimte voor zijn of haar persoonlijke verhaal. In de begeleiding wordt samen met deze leerling een doel vastgesteld waar hij of zij aan wil werken. De begeleider legt de nadruk op de positieve momenten en de succeservaringen.
Tenslotte komt het TOP-project aan de orde. Dit project is bedoeld voor onderpresteerders in de bovenbouw. Zij hebben de overgang vanuit de onderbouw als moeilijk ervaren omdat er nu een groter beroep wordt gedaan op de zelfstandigheid. Via de begeleiding in het TOP-project wordt er inzicht gegeven in de factoren die van invloed zijn op de motivatie en prestatie van de leerling. Er is veel ruimte voor onderlinge uitwisseling omdat men op deze leeftijd beter naar elkaar luistert dan naar volwassen.
Het boek geeft via bijlages concreet een aantal begeleidingideeën aan waarmee de school zo aan de slag kan. Ook worden er veel tips gegeven voor de aanschaf van materialen. Het boek is vrij theoretisch van aard en doet daarom wat ‘droog’ aan. Een casus of praktijkverhaal was een welkome afwisseling geweest te midden van de beschrijvende gedeeltes. Wel fleuren de uitspraken van leerlingen en docenten onderaan de pagina’s het geheel wat op, evenals de mooie opmaak van het boek. Al met al een echte aanrader voor docenten in het voortgezet onderwijs!
Door Willemien Schollaart-Vogel. Willemien is orthopedagoge en heeft haar eigen adviesbureau Dotado. Zij richt zich op ouders van (hoog-)begaafde kinderen en hun leerkrachten.