Mijn papieren dominee, zo noem ik hem. Tegen dat laatste woord zou hij bezwaar gemaakt hebben. Hij was weliswaar lange tijd predikant, maar in die hoedanigheid voelde hij zich nooit prettig. Vooral was hij dichter en schrijver van liedteksten en na zijn vervroegd emeritaat legde hij zich naast het schrijven van dagboeken toe op schriftverklaringen.
Soulmate
Op een gegeven moment, een aantal jaren geleden, leende ik uit de bieb “Orthodox of niks”. En was meteen verslingerd. Nieuwsgierig naar de man die in veel opzichten een soulmate leek, las ik twee uitgaven met een deel van zijn geredigeerde dagboeken en een boekje met uitleg over de psalmen. In het liedboek vond ik een aantal van zijn teksten.
Bezoek
Op een dag toog ik voor een uitstapje naar Utrecht. Ik had geen concreet plan hem te bezoeken, maar ik trok spontaan de stoute schoenen aan. Deze man was even oud als mijn vader en woonde nu in een verpleeghuis. Waarschijnlijk had ik er goed aan gedaan eerst een afspraak te maken. Echter, zonder veel gedoe werd ik naar zijn kamer verwezen, afzijdig van het hoofdgebouw.
Ik klopte aan en wachtte lang. Een heel oude man in een rolstoel beweegt zich traag. Het kon zijn dat hij sliep. Ik klopte nogmaals en zowaar zwaaide de deur langzaam open. Ik stelde mijzelf voor en legde uit dat ik alleen maar kwam om hem te bedanken voor de troost en inspiratie die hij me in het geschreven woord geboden had. Hij hoorde mij geduldig en enigszins gelaten aan. Was hij blij met het bezoekje en de hem toegezwaaide lof? Ik weet het niet. Wel weet ik dat hij kort daarna overleed en dat ik daar te laat van op de hoogte raakte, zodat ik de uitvaartdienst helaas niet kon bijwonen.
Barnard
Willem Barnard, alias Guillaume van de Graft, was niet meer. Maar wie schrijft die blijft. En zo is er een merkwaardige dialoog en bijna vriendschap gegroeid tussen mij en mijn papieren voorganger. Zou hij tegen dat woord bezwaar maken? Ik denk van niet, want ik zou hem haarfijn kunnen uitleggen dat hij in meerdere opzichten mij voor ging. Vooral in de op zijn geheel eigen wijze en eigenzinnige lezing van de bijbel. In zijn visie vooral literatuur, niet zozeer woord van God.
Verschil
Op een punt verschillen wij echter radicaal. Van huis uit katholiek heb ik een grondige hekel gekregen aan liturgie, clericus, symbolen en rituelen. Ik heb er niets mee en kan er niets mee. Hoewel de Anglicaanse eredienst mij nog wel mag bekoren vanwege het taalgebruik en de fraaie zang. Barnard echter was na een lang leven als hervormd kerklid – en dat bleef hij – een fervent aanhanger van de oudkatholieke eredienst, waar hij het geloof uit zong, maar ook in zong. Geloven deed hij al zingende met de gemeenschap, al luisterende naar de schriftteksten en al communicerend met de Opgestane. De ware orthodoxie was voor hem de rechte aanbidding, de ware eredienst. Ik geloof dat ik begrijp wat hij ermee bedoelde, maar ik had graag juist over die opvatting verbaal een robbertje met hem gestoeid.
Van bevindelijkheid en het al te particuliere van een persoonlijke relatie met God, zoals beleden en beleefd in de evangelisch-reformatorische hoek van het kerkelijk erf moest hij niet veel hebben. Met New Age had hij niets en met het niets van Nietzsche en zijn navolgers had hij nog minder. Niks dus. Met de harde feiten van de wetenschap kon hij ook niet veel, daarvoor was hij te veel poëet. Een dwarsligger noemde hij zichzelf, in een spagaat tussen de vroomheid van zijn moeder en het atheïsme van zijn vader.
Dwarsligger
Ook dat herken ik. Een dwarsligger, waarvan een vriendin eens opmerkte dat die toch heel nuttig zijn om de spoorrails op hun plek te houden. Ook ik in een spagaat: tussen het katholicisme uit mijn jeugd en het protestantisme, in een aantal verschijningsvormen, van daarna. Nu ben ik afwisselend agnost, humanist, christen. Maar als ik met het mes op de keel gevraagd zou worden te kiezen voor een etiket, dan zou het zonder meer messias-belijdend worden. En daarna zou ik ongetwijfeld lekker veel hebben uit te leggen.
P.S. Ik ben tot conclusie gekomen dat Barnard zeer waarschijnlijk ook hoogbegaafd was.
Column door Joanne Verhulst